INDRUK

Atletisch, tempramentvolle, maar stabiele grote hond.

 

KARAKTER

Hij is zelfverzekerd & oplettend, sociaal. (terughoudendheid tegenover vreemde
word geaccepteerd bij snel herstellen)

 

ONDERSCHEID

Scott – Standaard (ranker) & Johnson – Bully (grove, gespierde krachtige uitstraling)

Kleur:

volledig wit, of ieder kleur patroon rood, bruin, brindle toegestaan, minimaal 10% wit

Vacht:

korter als 2,5 cm, zacht tot stokharig
Kop: Standaard, doosvormig, minder uitgesproken stop en rimpels, platte kop
Bully, bijna vierkante kop, duidelijke stop, korte geblokte neus

Ogen:

Amandelvormig, zover als de neus breedte uit elkaar.

Snuit:

standaard, 30 tot 40 % koplengte / Bully 25 tot 35% koplengte

 

Minder gewenste fouten, kleine fouten:

- Merle, blauw, zwart of hiervan vormen in brindle
- blauw oog , missen van pigment rond de ogen of pigmentloze iris
- tot 10% missen op de neus
- gecoupeerde oren
- naar binnn of buiten gedraaide middenvoeten
- te lage staartaanzet
- niet ingedaalde testikels
- verlegen – angstig

 

Grote fouten:

- terrierkop (bij standaard) overdreven smal hoofd
-overvoorbeet (te lange boven kaak) ruim zichtbaar verschil in kaken
- uit de oogkas puilende ogen (kikkerogen)
- afhangende oogleden
- overdreven smalle snuit
- roze of meerkleurig neus (dudly nose)
- meer dan 10% pigment missen op de neus
- schaargebit of tanggebit
- Flaporen
- ellebogen uit
- zwak op polsen
- de hoek van het spronggewricht te groot (te diepe hoeking)
- de hoeking te scherp (te steile achterhand)
- Koehakkig, x of o benig.
- karperrug – slappe doorgezakte rug
- knikstaart
- spreid tenen
- staart in complete cirkel
- slap of zwabberig gangwerk
- zichtbaar gemis aan massa/ bespiering
- een niet goed bepakt, laag liggend borstbeen
- onderontwikkelde staart, gebroken, zijwaarts gebogen of verwrongen (knikstaart) staart

 

 

Disckwalitaties:

- minder acceptabele stabiele karakter eigenschappen vertonen (niet gauw genoeg herstellen, bijv.
bij schuw)
- haar langer als 2.5 cm of pluizig
- Dubbele blauwe ogen of ogen waarvan het pigment ontbreekt in beide irissen mist
- entropion = naar binnen gekruld ooglid, over hoornvlies
ectropion = naar buiten liggend ooglid (te groot, te zwaar), waardoor bindvliezen zichtbaar zijn
- scheelkijkend
- hoektanden en/of snijtanden zichtbaar bij gesloten bek.
- gedraaide/ scheve bek of wry jaw
- door gezakte polsen (herkenbaar aan een bult aan de voorzijde scheenbeen)